Twee groene ogen kijken me onderzoekend aan en dwalen af naar een lome
spin op de plint. Miles blaast zijn longen leeg op zijn trompet en ik zit
in het midden van de zon waar mijn zaterdag begint. De ogen zijn weer terug in mijn eigen groene knikkers: ‘mieeeuuuaaw’ zegt Lot, ‘ik begrijp je helemaal’, denk ik en we sluiten
beiden gemoedelijk onze ogen tegen de zon in…