Met een hoofd vol kriebels ben ik zomaar een stuk van de dag verloren. Zonder een greintje pijn en spijt draai ik langzaam mijn ogen opzij en zie nog net in mijn korstondige herinnering twee kattenogen, blauw en groen, die mij terug aanstaren en een heel boek over me uitstorten. Je weet wel, zo een boek waar zelfs Toon van gaat glunderen.