Ik kijk uit het raam en val als een blok voor het meneer zonlicht die mevrouw boom versierd. Heel subtiel beweegt ze haar meest ranke takjes en hij doet nog een stapje naar toe. Als haar kruin baadt in zijn gouden
glistering, straalt mijn werkuizicht kortstondig van geluk. Ik leg mijn polsen tegen elkaar en sluit de toppen van mijn vingers op elkaar. In deze denkbeeldige bol kijk ik nog een keer naar buiten en doe het laadje in
mijn hoofd weer dicht. De kracht van hersenpixels…