Een waas van droge lucht omsluit mijn ogen; ze schreeuwen om adem en lucht. Het licht van mijn werkstation brandt gaten in mijn hoofd en ik kan niet meer spreken zonder te struikelen. Ik kijk naar buiten en de druppeles roepen mij. Dag papierberg, hop in de grote boze bak en met een volledig leeg bureau laat ik dan ook eindelijk het jaar eindigen op mijn werk. Dag stoel, dag raam, dag printer, dag soep, dag collega, dag lijst van- wat- allemaal- nog- moet; ik ga buiten spelen.