Hij klimt door het raam en slaat mijn dekbed weg, verwarmt mijn buik, borst en hoofd. Ik glimlach en breek door de tranen heen. Meester moeheid knikt minzaam en laat me gaan; vandaag vieren we dat we alweer begonnen zijn aan het einde. Vrolijkheid. Ik sta erbij, kijk ernaar, maar kan er niet om lachen. Dan ga ik door mijn knieën, haal heeeel diep adem en zet mijn schouders eronder. ‘Kom op’, fluister ik in mijn handen, ‘je bent er bijna, in het land van zon, bos en jij’. Nog een heel klein beetje….
Zucht.