Mijn maand is aangebroken en minzaam onderga ik de laatste stuiptrekkingen van het geraas door mijn lijf. Ik lees triestige nieuwsberichten, grappige boeken en verbaas me om de eenzaamheid die spreekt uit de films van tegenwoordig. Thuis bij een warme stem, komt het theekopje langzaam naar me toe gekropen en samen kijken we in de nacht. Harde woorden trillen na in mijn kapotte oren en ik ben blij met de uitnodiging die het bed naar me knipoogt. Ik kom zo, zeg ik in het niets. En zo is het dan maar voor nu.