45 dagen met een mond van ijzer. Zo veel gedachten met negatieve specerijen gekruid in mijn hoofd, maar mijn keel bleef leeg en mijn mond gesloten. Tot dag 46. Vandaag kuchte ik een harde grom en plots kroop er een draadje uit mijn mondhoek. Een pincet begon te trillen op de vensterbank en met het vallen van de sneeuw buitelden de woorden door mijn stilte heen. Ik kan ‘nee’ zeggen en ‘ho tot hier’, ik fluister ‘ik houd van jou’ en schreeuw ‘dit is belachelijk’. Er is stilte nodig om tot jezelf te komen en uiteindelijk in een onzichtbaar harnas van de meest schitterende maliën ten strijde te trekken en te zeggen; dit ben ik en daar vecht ik voor!