Mijn hoofd breit spinsels op volle toeren en de sensoren hebben ruzie met mijn gestel. Er is niks meer over om over te piekeren. Niets dat me bedreigt of gijzelt. En toch schreeuwt mijn hele wezen om actie en drama. Groots opgezet drama waar de paniek vanaf druipt en een volledig bestaansrecht impliceert. Niets… Ik zie mezelf, vier jaar, lachend achter een hoek. Ik speel verstoppertje en heb mezelf gevonden. Langzaam sluip ik dichterbij, sla buut en laat me onbezorgd in het gras achterover vallen. Het is wennen; vier zijn op je eenendertigste, maar niet ondoenlijk.