De pluizige rode draad brak door het opengewaaide raam van de zomer. Een filter schoof voor mijn ogen en verdwaald in een woud van warmte, schuurpapier, afplak-tape, vliegen, natte quiche en onuitgesproken sferen vond ik een bed van bladeren. Er zijn kersen soms of kopjes thee. De grond is vochtig, de gewoonte nog niet ingedaald. Mijn blik zoekt heimelijk het andere eindje rood pluis. Mocht u hem vinden; mail me niet. Ik kom u wel tegen.