Kolkend val ik door mijn dromen, open mijn ogen en zie magie in de grijze ochtend. Immense hallucinaties van Afrika aan de tik, Rusland als Voldemort en wij die gehandicapten weer omdopen tot dorpsgekken. Suizend glijdt mijn geest over de oude brug en voelt de diepe pijn van alles dat sluit: Polare, Pathe en tientallen winkels. Het kraakt achter mijn ogen, mijn huid kronkelt, mijn oren pompen. De wereld is ziek en het is besmettelijk. Ik vecht, trek een enorme onzichtbare glimlach van borst tot borst, doe een dansje en wens me immuun.