Zachtjes zittend op een blauw matje vouw ik mijn handen voor mijn borst. Ik cirkel mezelf en denk aan niets. Mijn keel knijpt stiekem de laatste woordjes, dan nog een kriebel en uiteindelijk verstom ik. Een klein pluisje lucht ontsnapt mijn neus. Ze zweeft langzaam voor me, draait dan en aait mijn wangen. Een gevoel van vroeger. De stilte vouwt zich verder om me heen en ik maak een buiging. Mijn rug gebold, kijkend naar mijn eigen gekke tenen. Niemand die tegen me praat, me belt, mailt, of appt. Ik ontvouw mezelf als een bloem en groet de zon. Tot slot is er nog één vouw: om mijn lippen.