Rood licht en een paar warme billen; ik word wakker in een leeg huis. Op de trap voel ik de zaterdagwandeling in mijn benen. Onder de laatste trede vind ik poes met een ei tussen haar poten. ‘Vrolijk Pasen’, knipoogt ze zacht terwijl ze de vloer belachelijk gezellig knuffelt. Ik sta stil in de huiskamer vol zonlicht, zet koffie en lees over gekte. Mijn muren, mijn muziek. Ik sla mijn armen in de lucht, adem in en baar een schreeuw. Mijn hart, mijn wimper op het papier. De koffie werkt en heel stilletjes daar met mijn voeten op die groene stip, verdwijnt mijn afval van gister. Ik spoel twee keer door. Ik zoek een ei, strooi wat zout en vier mijn vruchtbaarheid. Ik houd van Pasen.