Ik ben op reis en mijn voeten tintelen.
De aarde lijkt een heiligheid te waarborgen waardoor je ware ik zich vanzelf aan je toont.
De doorzichtige zee knuffelt me lichtjes en geeft zoute zoenen.
Alles in me wervelt, tolt en draait en toch sta ik volledig stil.
Gegrond en verbonden met het binnenste van deze gekke aarde, knipoog ik stiekem naar meneer zon. Strenge meneer zon, met zijn rode strafwerk achter op mijn rug.
En toch, ik spreid mijn armen, open mijn ogen, hoofd in mijn nek. Het is eigenlijk een reis naar mezelf, op een eiland zo klein en fijn.
Precies waar een klein woordenmeisje zou moeten zijn!